Fenomenale cijfers

 

Het weeshuis Pa van der Steur. Vergeleken met de hectische, overvolle straten van Jakarta een vreedzaam en idyllisch eiland. Gescheiden door een lange oprijlaan hoor je niets van de eeuwige files aan de grens van het terrein. Een oude gong klinkt af en toe waarna verschillende taakjes en vrije tijd elkaar opvolgen tot het einde van de dag; na corvee volgt het ontbijt en wordt er gezongen, na de school maken de kinderen huiswerk en spelen ze in de tuinen.

Nieuw aangekomen wezen, peuters vanaf vier jaar, worden door de caretakers en de andere kinderen geholpen en opgevangen. Eerst met aankleden en wassen maar al snel kunnen de peuters veel zelf en helpen ze ook op het terrein met een klein bezempje. Voordat ze de leeftijd van de kleuterschool hebben bereikt spelen ze overdag samen met gedoneerd speelgoed op het bordes. Daar zit ook tante Nel, de directrice van het weeshuis, op een paar meter afstand te werken.

Soms treedt er tijdens het spelen een onrecht op, bijvoorbeeld als een stukje Duplo door een van de kindjes wordt afgepakt. Het slachtoffer zoekt dan hulp bij tante Nel die als mediator onmiddellijk haar werk laat vallen en de schuldige peuter ernstig toespreekt. Maar dit duurt slechts een ogenblik; direct nadat het stukje speelgoed is teruggeven verzacht de uitdrukking op haar gezicht en knuffelt ze het geschrokken kindje nog inniger.

Voor kinderen met een traumatische achtergrond is deze omgeving van belang. Een meisje van vijf bijvoorbeeld bewaarde haar snoepgoed zodat ze het op het graf van haar ouders kon leggen. En een van de jongentjes zit onder de blauwe plekken omdat hij in andere weeshuizen onhandelbaar zou zijn, keer op keer werd geslagen en daarna werd weggestuurd. Deze kinderen krijgen op de yayasan niet alleen de noodzakelijke aandacht en een veilige omgeving: Nadat ze zijn opgenomen gaan ze naar school en maken vriendjes. Ze kiezen een vervolgopleiding en worden verliefd, net als andere pubers. Weer later krijgen ze een baan en wellicht een gezin. Een gewone levensweg die je ieder mens gunt maar verre van vanzelfsprekend was voor deze twee kinderen.

Het voortbestaan van de yayasan is mogelijk dankzij giften van donateurs. Dat kan gaan om een geldbedrag maar ook om zoiets simpels als nieuwe slippers. Alles helpt. Vooral voor een organisatie waarin de winst wordt uitgedrukt in de kans op een normaal leven voor kleine kinderen. Wat dat betreft bestaan er geen bedrijven met betere cijfers dan de yayasan.

 

Voor ieder kind steeds hetzelfde project:
een liefdevolle opvoeding