Als je in Zuidoost-Azië gaat reizen moet je dan niet ook een paar weken bij tante Nel gaan helpen?’ Met deze woorden begon mijn yayasan-avontuur. Degene die deze vraag stelde was Chérie, mijn huisgenoot uit Groningen, een nichtje van tante Nel. Zij was al twee keer eerder in de yayasan geweest en vertelde hier altijd bijzonder warme en inspirerende verhalen over. Dus hier echt over nadenken hoefde ik niet. Na negen weken met een backpack om mijn rug door Singapore, Maleisië, Thailand en Vietnam te hebben gereisd, kwam ik aan op mijn nieuwe thuisbasis voor de volgende zes weken; Yayasan Pa van der Steur.
Mijn doel deze zes weken, een financieel overzicht maken van de yayasan en daarbij een financieel plan maken wat de komende jaren geïmplementeerd kan worden, met als hoofddoel de yayasan sustainable maken en daarbij onafhankelijk van giften.
Ik heb ontzettend veel geleerd van het opzetten van mijn eigen project en dit van begin tot het einde uit te voeren. Dit project heeft mij veel geleerd over financiën, maar buiten mijn verwachting om, vooral veel over cultuur. Ik kwam aan als onbekende en ik wilde inzicht krijgen in financiële gegevens. Iets wat tante Nel mij direct toevertrouwde, maar wat toch even heeft geduurd voordat ik het volledige overzicht in handen kreeg. Eerst vertrouwen winnen, een vriendschappelijke relatie opbouwen en elkaar beter leren kennen. Niet zo direct zoals we dat in Nederland gewend zijn. Dat elke cultuur andere normen en waarden heeft en daardoor ook een andere manier van aanpak en flexibiliteit vereist, is een ontzettend waardevolle les geweest. En ik denk hier nog vaak aan terug tijdens mijn werk, waar ik met mensen van over de hele wereld werk. Om hier voor het eerst mee in aanraking te zijn geweest in de yayasan is iets wat enorm waardevol is geweest voor mijn ontwikkeling. Daarnaast heeft de mindset op de yayasan mij ook veel inzichten gebracht. De familiaire band die de kinderen met elkaar hebben, het plezier wat het personeel heeft wanneer er ruimte is voor ontspanning en er niet gerend en gevlogen moet worden. En natuurlijk tante Nel, zo vol met liefde, er is altijd plek voor meer, iedereen is welkom, er is altijd ruimte voor verbetering en er wordt dan ook gestreefd naar deze verbetering. Petje af, hier heb ik een en al bewondering voor.
Inmiddels is het al meer dan anderhalf jaar geleden dat ik in de yayasan was, maar zo lang voelt het absoluut niet. De oudere kinderen, die gebruik maken van social media, spreek ik gelukkig nog regelmatig. Het is ontzettend leuk om op deze manier met hen in contact te blijven en te zien dat de yayasan hen bepaalde bouwstenen heeft gegeven waar ze nu op voort kunnen bouwen. De volgende kinderen wonen nu alle drie niet meer in de yayasan; Nelsa is een van hen, zij studeert nu Engels aan de Universiteit in Yogyakarta. Henry werkt op de Marketingafdeling van een grote shoppingmall, hij vertelde mij: ‘Pa van der Steur taught me so much about marketing, I learnt everything there’. Ginta heeft ook een baan kunnen vinden, maar helaas mag zij nu vanwege het coronavirus niet werken.
Maar juist ook binnen de yayasan is er ruimte voor verdere ontwikkeling. Neem bijvoorbeeld Dian, een van de drie caretakers, naast voor alle kinderen zorgen, volgt zij momenteel ook een pedagogische opleiding. Een hele uitdaging op zich, maar zeker nu in tijden van corona. Ze verzorgt niet alleen alle kinderen, ze geeft ze thuisonderwijs en daarnaast gaat haar eigen studie ook nog online door.
Deze verhalen laten zien dat de yayasan kansen creëert voor de mensen die deze kansen anders niet hadden gehad. Ik ben blij dat ik als nieuwe penningmeester van de vereniging hier een klein beetje aan kan bijdragen. Ik hoop dat wij samen met u, die dit leest, nog zo lang als dat nodig is deze kansen kunnen blijven creëren. Juist nu.
Rosa van Valkenhoef